LEUVEN OP JE BORD

Anno 1803

Beleef het zelf!

~ zomer 1803, aanschuiven bij een gegoede Leuvense familie ~

 

Je kunt kiezen uit vegan, vlees- en visgerechten. Je kunt één of meer desserten kiezen, en één of meer dranken. Kortom: je stelt je menu helemaal zelf samen!

Iedere bestelling is mogelijk vanaf 2 personen. Wil je dus graag koken maar ben je alleen? Nodig dan alleszins iemand uit om mee te koken en of mee te eten in Leuven anno 1803. Wij leveren alle ingrediënten aan in porties vanaf 2 personen (2, 3, 4, 5 etc. personen), samen met de authentieke recepten en alle verdere info die je nodig hebt om er een groot succes van te maken.
Bestellen kan vanaf nu tot en met vrijdag 17 juli. We leveren de pakketten bij je thuis op vrijdag 24 juli, afhalen kan bij Leuven Leisure op vrijdag 24 en zaterdag 25 juli. Kijk hier voor de volledige info om deze tijdreis te maken!
bestekset 1800

Desserten : (naar keuze, je kunt 1 of meerdere kiezen)

Rode vruchtenstruif € 14 (deze prijs/portie is voor 2p)

Boekweitkoek met rozijnen, appel en amandelen € 16  (deze prijs is niet pp = voor normale ronde oven bakvorm dus gróót/meerdere porties)

China'sappeltaart € 19   (deze prijs idem niet pp = idem formaat standaard oven bakvorm)

 

gratis inbegrepen bij het dessert: Pain à la grecque (reeds gemaakt, een koekje) voor bij uw koffie of thee na het diner

En dan ... nagenieten maar .... !!

Een serieus oud boodschappenlijstje

Uit een bemiddeld huishouden

schriftje 1803

De bijzondere verscheidenheid aan voedingsproducten die het gezin dag per dag in de Leuvense winkels en op de markten aanschaft, wijst op een bovengemiddeld bemiddeld huishouden - het betreft hier m.a.w. alleszins geen arme sukkelaars. Dit gezin lijkt er financieel zeker eerder warmpjes bij te zitten. De variëteit aan soorten groenten, fruit, vis (o.a. ook wel eens kaviaar) en vlees (met relatief weinig orgaanvlees, veeleer de beste stukken) valt op. Ook zuivelproducten, eieren en allerlei lekkers van bij de bakker (koeken, bisquits, taarten, mastelle, boddinck, macrons, penalegereck en pattekens) worden gretig gekocht. En dan vinden we nog een hele categorie smaakmakers en keukenbenodigdheden zoals peper en zout, verschillende soorten suiker, azijn, mosterd, backkruyt, note muscaut etc.

 

De dranken die we tegenkomen zijn koffie, thee en de wekelijkse leveringen van het bier voor in den kelder te doen, waarbij dit bier wel een keer peeterman wordt genoemd. Opmerkelijk is de volstrekte afwezigheid van de vermelding van wijn. Houdt het gezin misschien een apart wijnboekje bij? Of wordt hier inderdaad geen of nauwelijks wijn gedronken? Alles kan, maar onze gok is het tweede. Hoewel dit naar we aannemen een gezin met degelijke financiën is - er schijnt een (keuken)meid in dienst en er worden mensen betaald voor klussen allerlei -, hebben we hier toch ook weer niet te maken met de rijksten van de stad. Die slaan toch zeker wijn in en achterover. Het is mogelijk dat in 1803 in ons gezin bier de dagelijkse alcoholische drank was, en niet wijn. Maar de reden voor het ontbreken van wijn kan evenzeer liggen in de momentopname zelf: is er in 1803 sprake van wijnschaarste? Zijn de prijzen gestegen? Zijn er bevoorradingsproblemen in deze woelige periode? Al te stevige conclusies trekken voor het ontbreken van wijn, lijkt geen goed idee. Wel zijn er nog twee goede aanwijzingen die erop kunnen wijzen dat ons gezin zeker geld had, maar toch niet behoorde tot de absolute sociaal-economische bovenlaag van de stad. Ten eerste worden ook chocolade en tomaten niet vermeld; deze producten komen vanaf het einde van de achttiende eeuw in de rijkste huishoudens zeker al eens op tafel. En ten slotte worden in ons gezin alle uitgaven minutieus genoteerd: de fondsen zijn duidelijk niet onuitputtelijk, iemand in huis wilt duidelijk goed kunnen volgen hoeveel geld er de deur uitgaat.

 

De mooiste vermeldingen in het keukenschriftje zijn zeker deze die ons toelaten dichter te komen bij de leden van het gezin. Twee vrouwen of meisjes van het gezin heten Julie en Mimi: zij kopen wel eens schoenen, lint of stoffen als zwarte zijde, of hun schoenen worden wel eens gelapt: een paer schoene van Mimi, aen lappen van schoene van Julie. Moeder en dochter? En zijn er mannen? Indicaties voor een vader en of zoon zien we niet (opgeroepen voor militaire dienst dus niet thuis?), wel zijn er wat betalingen aan een zekere mijnheer Stryes die blijkbaar klussen allerlei in het huis doet, aen Peeters voor het aen doen en af doen van gordyne, aen den gast, aan een kuiper en aan een kleermaker. En dan is er nog de betaling aen jouffrouw Lisabedt, ziehier onze keukenprinses?

vaartkom 1804
De Vaartkom in 1804, Louis-Marie Autissier, Museum M

Franse fratsen

Na de bestorming van een gevangenis in Parijs in juli 1789 walst de Franse Revolutie over Europa. Ze heeft het helemaal gehad met de oude machten: koningen, adel en geestelijkheid zullen het geweten hebben. Gedaan met de onderdrukking van het volk, trop c'est trop. Vanaf nu is Vrijheid, Gelijkheid en Broederlijkheid de maatstaf voor alles. De Franse revolutionairen zijn - misschien wat - overijverig en willen de wereld van hun nieuwe idealen doordringen. Uit onze gewesten verjagen ze die vreemde Oostenrijkse machthebber terug de Alpen in (en nestelen zich tegelijk als nieuwe vreemde macht). Onze gewesten worden simpelweg bij Frankrijk aangehecht en de Fransozen zullen nu zelf wel eens bepalen hoe hier vrij, gelijk en broederlijk zal worden geleefd.

 

Het was een verbluffende en boeiende tijd, maar ook een extreem verwarrende en woelige periode. Want hoe mooi en tof de Franse idealen ook waren, het waren ook maar idealen van mensen. En dus kwam er in de plaats van de oude tirannie - samen met een heleboel goede, waardevolle en moderne ideeën - een nieuwsoortige terreur in de plaats. De revolutionairen wilden ieder aspect van het dagelijks leven hervormen, goedbedoeld, maar dikwijls toch ook met bedenkelijke tours de force.

Napoleon op visite

hh

De warme zomermaand juli 1803 loopt in Leuven op zijn laatste benen. De fransgezinde burgemeester Joseph de Blériot laat de stad met aanplakbiljetten behangen: “Le Premier Consul visitera la ville samedi 30 juillet 1803” Napoleon komt naar Leuven! Wát? Echt wáár?!

 

Veel Leuvenaars zijn door het dolle heen (na drie eeuwen waren we nogal gewend op te kijken naar onze vreemde heersers). Hoewel ze hun leider amper kennen, kan de Consul bij hen op heel wat sympathie rekenen; was hij het niet die het strenge Franse regime van opeisingen en van het schrappen van de zondagsrust een meer menselijk gezicht had gegeven, en die de universiteit en de clerus toch minstens deels terecht een schop onder de Leuvense kont had gegeven? Was hij het niet die ervoor had gezorgd dat een Leuvens meisje, dat met een van zijn soldaten trouwde, een bruidsschat van 600 francs kreeg? Was hij het niet die ervoor had gezorgd dat de militaire wasserij meer naar het noorden weg verhuisde, zodat het voor de brouwers broodnodige Dijlewater niet onnodig werd vervuild? Werden de klokken van Sint-Pieter niet steevast geluid bij elke overwinning van zijn overwinningen? Marengo, Genève, Fleurus, Wenen…? De klokken leken niet op te houden met beieren!

 

In een een vlaag van euforie wordt de stad versierd met Franse vlaggen aan de huizen, niet één maar drie triomfbogen over de Brusselsestraat, lampionnen en slingers in alle bomen. Aan de Brusselse Poort wordt een tribune van wel 25 trappen hoog opgetrokken, en nog voor de zon opkomt nemen de notabelen van de stad plaats op deze eretribune: militairen, notarissen, advocaten, gildemeesters, klerken en pennenlikkers; ook 24 maagden-jonge meisjes, in het wit gekleed met een krans van bloemen en eikenbladeren in hun haar; tenslotte nog de prefect en de sous prefect du Departement de la Dyle, en een kleurrijk muziekkorps.

 

Precies als aangekondigd duikt om klokslag 7u een indrukwekkende stoet in de verte op, een uur eerder uit Brussel vertrokken. De Leuvenaars weten niet wat ze zien ... ze kijken zich hun ogen uit! Op kop Napoleon's persoonlijke erewacht bestaande uit alle geledingen van zijn leger: jagers, liniesoldaten, grenadiers, gendarmes, huzaren, zelfs mulakken uit Egypte. Daarachter acht witte merries, voor zijn gouden koets gespannen. De Blériot murwt zich naar voor, de enige echte kleine grote Consul stapt uit zijn rijtuig, en de burgemeester biedt hem op een zilveren schaal, aangereikt door de in het wit uitgedoste Leuvense meisjes, de sleutels van zijn stad aan. Napoleon neemt ze in ontvangst, wát een eer, wát een eer! Napoleon geeft de sleutels door aan zijn Josephine, zij geeft ze op haar beurt terug aan de Consul want “…in diens handen horen ze thuis...”. De burgemeester zwelt en zwelgt van trots, buigt zo zijn bolle buik het hem toelaat, en vergewist zich ervan of de aanwezige pennenlikkers het moment de gloire goed hebben genoteerd. Hij draait zich terug om, zijn aandacht moet weer naar de Consul gaan.